Surinaamse bami met kip

Bereidingswijze

1. Breng een middelgrote pan met water en 3 maggiblokjes aan de kook. Kook de spaghetti in de bouillon tot het gaar is. Giet de spaghetti af en doe het in een schaal of kom. Voeg een scheutje olijfolie en een snuf peper aan de spaghetti toe. Meng alles even goed door elkaar.
2. Snijd ondertussen de kippendijen in stukjes. Versnipper de sjalot en pers de tenen knoflook. Rasp de gember.
3. Verhit een beetje olie in hapjespan of wok. Doe de sjalot en knoflook in de pan en fruit tot het glazig ziet. Voeg een eetlepel tomatenpuree toe en bak het een paar minuten mee. Doe de kip, het 5 kruidenpoeder, de zwarte peper, de gember en de trassi in de pan en meng alles met elkaar. Bak tot de kip goudbruin ziet.
4. Schep de spaghetti en de ketjap in de pan en roer alles goed door elkaar. Zorg dat de spaghetti, de ketjap en de kip goed gemengd is.
5. Verwijder de bladeren van de takjes selderij en hak deze fijn. Verkruimel het laatste maggiblokje en strooi dit samen met de fijngehakte selderij over de bami. Schep alles nog een keer goed door elkaar.
6. Proef of de Surinaamse bami op smaak is. Voeg, indien nodig, meer ketjap of selderij toe.
7. Serveer de bami met zoetzure komkommer en kroepoek. Ook lekker met kousenband, gemarineerde kippenpoten of saté.